‘De grappige en droge verhalen van pleisterbadmeister op de Haarrijnse Plas vermaken en zetten aan het denken, speciaal voor Utrecht!’
Inleiding
Aan het begin van dit blok mocht ik me voor de tweede keer afvragen waar mijn fascinatie ligt. Moeite met brainstormen had ik niet en ik kon veel onderwerpen bedenken die ik interessant vind. Ik vond het moeilijk om een keuze te maken. Mijn keuze voor EHBO als fascinatie komt voort uit mijn verbazing over hoe vaak mensen niet goed weten wat ze moeten doen ‘in nood’. Dan bedoel ik echt het hele scala, van een snijwond tot een hartstilstand. Ik werk al jaren als strandwacht en weet maar al te goed hoe belangrijk kennis van zaken op zo’n moment kan zijn.
Ik koos uiteindelijk voor dit onderwerp, door een gesprek met mijn huisgenote tijdens mijn keuze-fase. Ik legde (met emotie) uit waarom ik EHBO zo belangrijk vind. Ze zei dat ze zelf EHBO, maar spannend vindt, omdat ze helemaal niet weet of ze wel voor een ‘keuze’ wil komen te staan om iemand te helpen. Ik reageerde hier in eerste instantie verbolgen op, maar later snapte ik het pijnpunt: EHBO is enorm belangrijk en weegt vaak zwaar, dat schrikt mensen misschien wel juist af. Mijn missie aan het begin van dit project lag vast: EHBO moet leuk en luchtiger onder de aandacht gebracht worden.
Uiteindelijk na veel uitproberen ben ik op dit punt in het proces uitgekomen op een strip: pleisterbadmeister. pleisterbadmeister is een lifeguard op de Haarrijnse plas en maakt veel gekke en grappige dingen mee. De (waargebeurde) verhalen vanuit het perspectief van een wat sullige strandwacht in Utrecht, geven het onderwerp humor, lucht en wekken interesse op.
Context, scope en definitie
Door de lezer niet meteen te confronteren met zakelijke EHBO-instructies of belerende tekeningen, wil ik met pleisterbadmeister laten zien wat een strandwacht meemaakt (van EHBO tot sociaal ingrijpen). Het is dus enkel een indirecte verwijzing naar het onderwerp, maar de voornaamste functie ligt in het onder de aandacht brengen van en interesse opwekken voor het zijn van een strandwacht en al zijn/haar taken. Met dit als primaire boodschap hoop ik een secundaire laag (Olie, 2015) ook te raken: wat voor gevolgen heeft het gedrag van strandgangers op het werk van een strandwacht? En hoe kan men zelf bijvoorbeeld op een stranddag goed voorbereid zijn? Dat zijn de soort vragen waarvan ik hoop dat men die zich gaat afvragen. De lezer van pleisterbadmeister herkent zich idealiter in de situaties in de strips, maar dan vanuit het andere perspectief (en niet vanuit die van pleisterbadmeister).
Het is enorm relevant dat dit meer aandacht krijgt. In mijn ogen is het een opstapje om mensen meer stil te laten staan bij het onderwerp. Het zou bijvoorbeeld het aantal aanmeldingen bij de strandwacht of EHBO kunnen vergroten. Vanuit een maatschappelijk oogpunt is het uiteindelijk potentieel vergroten van de handelingsbekwaamheid van iedereen om ons heen, super relevant.
Om uiteindelijk tot een mooi eindproduct te komen heb ik mezelf de volgende vraag gesteld:
‘Hoe breng ik EHBO (en andere lifeguard-zaken) met humor onder de aandacht van (jong)volwassenen?’
Uiteindelijk heb ik door de volgende vragen te beantwoorden, mijn concept kunnen vormgeven. Dit zijn dus vooral vragen die ik me tegen het eind van het project ging beantwoorden.
- Welk verhaal wil ik vertellen?
- In welke stijl wil ik ontwerpen? Heb ik eigenlijk een eigen stijl?
- Wat is een goede opbouw van een strip?
- Welke tone of voice gebruik ik?
- Waar moet mijn personage aan voldoen?
- Hoe breng ik humor in de strip?
- Hoe maak ik mijn verhaal herkenbaar?
Ik ben zeker niet in een rechte lijn richting mijn strips ‘gefietst’. Er is veel proces aan vooraf gegaan en ik ben zeker niet direct begonnen met het idee van een strip. Mijn proces dat heeft geleid tot pleisterbadmeister is te lezen bij ‘Uitvoering en experimenten’.
Methode en aanpak
Eerst wil ik onderzoek doen naar verschillende strips, tekenvormen en cartoons (bijvoorbeeld karikatuur). Ik ga opzoek naar een expert die me kan vertellen wat een strip bijvoorbeeld ‘goed’ maakt. Ook ga ik natuurlijk zelf aan de slag met tekenen. Vervolgens wil ik een eigen tekenstijl ontwikkelen, zodat mijn strips echt van eigen hand zijn. Ik wil gaan experimenteren met kleur, tone of voice, aantal panelen etc. (ik zal vast nog tegen andere variabelen aanlopen). Door tussendoor constant feedback te vragen van docenten, klasgenoten en mensen om me heen, kan ik logische verdere stappen zetten. Ik benader verschillende CMD docenten die ik van tevoren heb gevraagd of ze mee wilde werken, om feedback te geven.
Ik hoop uiteindelijk door middel van meerdere strips (bundeltje?) over de zaken van een lifeguard (EHBO, maar ook toezicht houden, handelen in uit de hand lopende situaties, reddingszwemmen etc.) op te leveren. Gemaakt in mijn eigen stijl, die ik kan onderbouwen. Daarnaast hoop ik uiteraard mijn bereik uit te vergroten en ervoor te zorgen dat men mijn strips gaat lezen. Dit zou kunnen door middel van een instagram-account, opzoek naar een drukkerij of een andere manier om ‘pleisterbadmeister’ bij mijn publiek te krijgen. Ik hoop ook dat ik tevreden kan zijn over mijn strip en terugkijk op twee leerzame maanden.
Uitvoering en experimenten (creatief proces)
Opstarten
Tijdens de eerste meeting met Dagmar, werd ons verteld dat je vooral gewoon dingen moet gaan maken. Ik heb naar aanleiding van dit advies drie posters gemaakt, allemaal compleet verschillend van elkaar. Zie de afbeeldingen hieronder.
Ik ben meteen feedback gaan vragen aan mijn vriendin. Zij vond de geïllustreerde stijl interessant, omdat je daar veel kanten mee op kan. De foto trok meteen haar aandacht, maar ze vroeg zich wel af of mensen niet weg gaan kijken als ze dit zien. De derde poster is leuk, omdat het interactief is, maar er miste wel een afbeelding om de boodschap te ondersteunen. Samen met haar heb ik gebrainstormd over een vervolgstap. Ik dacht aan een cartoon, die brengt vaak een boodschap met humor. Of karikaturen; overdreven aspecten tekenen. Ook mijn studiegenootjes en Dagmar, gaven later soortgelijke feedback. Op de eerste poster kon ik door gaan werken.
Over een doelgroep had ik nog niet nagedacht. Ik kreeg de feedback dat als ik over EHBO wilde vertellen, de slogans misschien mensen buiten zouden sluiten door de tone of voice. Daar kon ik ook nog mee experimenteren. Dagmar gaf me de feedback, om eens te kijken waar ik EHBO allemaal gebruik en hoe dat verschilt. Ik heb toen een overzicht gemaakt en onderscheid gemaakt tussen straat, strand en thuis. Zie een stuk uit mijn dummy hieronder.
Karikatuur en cartoons
Naar aanleiding van het gesprek met mijn vriendin en studiegenoot, ben ik begonnen met onderzoek doen naar cartoons en karikaturen. Ook ben ik zelf aan de slag gegaan met schetsen.
De schetsen waar ik mee ben begonnen, zie je hieronder.
Om er achter te komen wat er allemaal komt kijken bij het maken van een cartoon, zocht ik contact met Tom van Wanrooy, een cartoonist en karikatuurtekenaar. Ik heb hem vragen gesteld zoals: ‘Wat maakt jouw cartoons/strips uniek? Is of zijn er een of meerdere element(en) die daarvoor zorgen? En hoe is dat ontstaan?’ en ‘Kun je drie aspecten noemen die een strip (tekeningen en verhaalverloop) een succes maakt?’. Ook vroeg ik hem feedback te geven op mijn idee/onderwerp. Het belangrijkste waar ik verder mee kon van wat Tom zei, was dat een eigen stijl/handschrift belangrijk is, dan ben je namelijk herkenbaar en uniek. Daarnaast zei Tom dat het heel belangrijk is om humor en spanning goed te combineren voor een succesvolle strip.
Van een huisgenootje kreeg ik de feedback dat de schetsen er leuk uitzagen, maar ze vond de jongen met de zonnebrand het interessantst. Ook mijn studiegenoot vond de jongen en het meisje leuk om op door te gaan. Hij stelde mij vervolgens ook paar belangrijke vragen. ‘Welke situaties ga je tekenen, hoe bepaal je dat? Wie is je hoofdpersoon, is het een pechvogel die EHBO nodig heeft of juist een held? Ik had hier nog helemaal niet over nagedacht en zou een testplan gaan opstellen hoe ik deze keuzes kon gaan maken.
Naar aanleiding van deze feedback, heb ik mijn collega’s van het strand benaderd en ze gevraagd of ze allemaal een gekke/leuke anekdote of ervaring wilde sturen. Dat kon misschien als basis dienen voor mijn verhalen. De uitgeschreven verhalen naar aanleiding van de ervaringen en anekdotes van mijn collega’s en mijzelf zijn hier te vinden:
[aesop_document type=”pdf” src=”https://cmdstudio.nl/seminar/wp-content/uploads/sites/2/2021/03/Pleisterbadmeister.pdf” download=”off”]
Door een Best Practices (CMD Methodspack, z.d.) te maken van verschillende strips, EHBO/lifeguard gerelateerde strips en strips met andere thema’s. Het viel me gelijk op dat ik nauwelijks tot geen cartoons kon vinden met mijn onderwerp en insteek. Alleen het Rode Kruis heeft een paar grappige cartoons bestaande uit één paneel, maar daar is het belerende element sterk aanwezig. Dat is iets wat ik niet zo sterk naar voren wil laten komen, het moet echt vooral heel leuk zijn om te lezen.
Een week later kreeg ik van Leanne (docent) nog feedback op mijn eerste schetsen. Ze vond dat ik een duidelijke missie had en nu aan de slag kon met het beeldende aspect. Leanne gaf me als tip dat ik me misschien kon focussen op mijn eigen strand (Haarrijn), zodat ik kon convergeren.
De eerstvolgende stap binnen het beeldende aspect was nu voor mij om de verhalen vorm te geven en naar aanleiding daarvan storyboards te maken. Ook kreeg ik net zoals van Tom, de tip om echt mijn eigen stijl te gaan ontwikkelen.
Mijn eigen stijl ben ik gaan onderzoeken, door te kijken naar twee dingen. Ten eerste naar simpelweg hoe ik nu teken als ik teken, wat komt er op papier als ik niks nateken of aan een opdracht vastzit. Ten tweede heb ik gekeken naar elementen die ik mooi/interessant vind. Een eigen stijl moet ik zelf ook mooi vinden ben ik van mening. Deze schetsen zie je hieronder.
Hoe schrijf ik een verhaal?
Die week vond ik een oud EHBO boekje bij mijn ouders uit 1960. De stijl in dat boekje was weer compleet anders en diende vooral als brede inspiratie, het zag er zo uit:
(Baesjou, 1960)
Er waren veel dingen waar ik mee aan de slag kon. De verhalen, maar ook de vorm van de strip. Mijn huisgenoot gaf me een boekje van Fokke en Sukke over 2020 (Reid, Geleijnse & Van Tol), als inspiratie. Plots realiseerde ik me dat Fokke en Sukke altijd uit één paneel bestaat, maar andere strips ook uit meer kunnen bestaan (zoals Donald Duck vaak een heel A4 vult). Ik ben een testplan gaan maken, die is hieronder te zien.
Ik heb het testplan getest in combinatie met de verhalen die ik had geschreven. Daar kwam uit dat veel van de mensen om mij heen een strip met 3 panelen in combinatie met mijn verhalen het duidelijkst zouden vinden. Eén plaatje leek te ingewikkeld en niet genoeg ruimte voor opbouw en uitleg. Daarnaast zou een heel A4 zoals bij Donald Duck, te lang zijn en zeiden de meesten dat ze het misschien niet eens zouden gaan lezen. Ik ben vanaf hier doorgegaan op drie panelen.
Ik ging een de slag met het maken van storyboards bij mijn verhalen. Dat lukte best goed en ik merkte zelfs dat ik te gedetailleerd aan het schetsen was. De eerste schets is met zes panelen. Ik kreeg hier als feedback op, dat de boodschap niet goed overkwam, maar de sfeer wel grappig is. Het groffe is leuk, maar het is misschien niet goed voor het imago als een strandwacht iemand in nood niet wil redden. Mijn docent zei dat mijn stijl wel duidelijk was, maar ik opzoek moest gaan naar de juiste manier om een verhaal te vertellen.
De schetsen hieronder zijn een iteratie naar aanleiding van de feedback en het testen van mijn testplan (en tevens mijn storyboards).
Van een aantal oud-studiegenoten kreeg ik feedback op mijn storyboards. Het idee werd duidelijk, maar het verhaal/de tekst klopte nog niet helemaal met wat ze zagen. Iemand zei dat hij snapte dat het idee ervan het thema lucht geeft, maar het voelde nu nog niet compleet. Ook kreeg ik te horen, dat sommige van de strips echt een stuk minder grappig waren of goed werkte dan anderen. Naar aanleiding hiervan heb ik de zes ‘beste’ uiteindelijk uitgewerkt.
Op dit punt zat ik nog te stoeien met de naam voor mijn strip. Ed EHBO, Otje Ongeluk, hans&herman, Steven Strandwacht, ik had de perfecte naam nog niet gevonden…
Ook vond ik het een uitdaging om mijn verhaal te laten kloppen bij wat ik had getekend. Tijdens een meeting met Maartje, raadde ze mij twee boeken aan: Understanding Comics van Scott McCloud (1993) en 99 Ways To Tell A Story van Matt Madden (2007). Maartje vond dat mijn stijl af was en de vormgeving ook. Ik wil een boodschap vertellen, maar in een strip heb je gewoon niet veel woorden om daar aan vuil te maken. Ze wees me ook nog op het feit dat ik moest gaan nadenken waar mijn publiek mijn strips tegen gaat komen en of de humor werkt.
Naar aanleiding van deze feedback ben ik de twee boeken gaan bestuderen (eentje gekocht, eentje geleend) en vooral het boek van Matt Madden bood mij hulp. Er stond hoe je gebruik kan maken van panelen, maar ook van elementen om je tekst te ondersteunen. Emanata (Madden, 2007) is een manier om emotie te versterken, door tekens/symbolen toe te voegen die iets duidelijk maken. Denk aan een lampje bij een idee, dynamische streepjes bij iets wat de aandacht trekt of een vraagteken bij iets onduidelijks.
(Madden, 2007)
Pleisterbadmeister
Ik kom uiteindelijk op de naam pleisterbadmeister, omdat we een collega altijd zo noemen: hij doet altijd heel stoer dat hij veel levens gaat redden die dag, maar eigenlijk plakt hij dan uiteindelijk alleen maar pleisters. De storyboards zijn af en ik ben begonnen met vormgeven in illustrator. Ik heb het format voor de strips getest bij mijn huisgenoten met verschillende opties en uiteindelijk komt de blauw-rood-witte versie als het meest passend.
Ik heb de eerste strip (zonnesteek) getest bij mijn 6 huisgenoten (20-25 jaar), mijn ouders (55 en 61), mijn vriend (25) en mijn studiegenoten (19-24). Allemaal wonen ze in Utrecht. Ik kreeg vaker te horen dat het leuk was dat de strip niet alleen over EHBO gaat, maar meer over het personage als strandwacht. ‘Het blijft grappig, omdat je niet op het einde alsnog een les of iets dergelijks krijgt. Wat komt er kijken bij het zijn van een lifeguard: ook EHBO, maar niet alléén dat!’ reageerde mijn studiegenoot.
Ook zei mijn docent Pier dat het duidelijk was dat mijn strand het decor is voor de strip. Hij adviseerde me niet te beperken tot een te brede doelgroep. Voorheen wilde ik gewoon iedereen aanspreken die het tegen zou komen. Maar pleisterbadmeister is voor Utrechters, die herkennen de plek. Voor (jong)volwassen Utrechters is mijn strip bedoelt, zodat zij op deze manier in aanraking komen met EHBO -en strandwachtzaken. Mijn maatschappelijk plan om men per se iets direct te leren heeft plaats gemaakt voor een boodschap die wat meer op de achtergrond dobbert. Op basis van de feedback ben ik de rest van de strips gaan maken.
Ik heb me voor de hoofdpersoon, pleisterbadmeister, een beetje laten inspireren door Donald Duck. Ik vond een hoofdpersonage die een enigszins sullige uitstraling heeft, rare dingen overkomt, maar het wel doet uit goede bedoelingen, leuk. Dat is de sfeer die ik ook wilde nabootsen. Door pleisterbadmeister een dikke klodder zonnebrand op zijn neus te geven, een te grote zwembroek en zonnebril. Daarnaast heb ik hem een ielig lichaampje gegeven met een groot hoofd met daarop een grote neus, kin en krullenbos. De andere personages in de strip zijn eerder figuranten, dan ook echte personages. Ze hebben geen naam en representeren het diverse, ‘gewone’ volk dat op het strand komt. Door de tekeningen simpel te houden, leiden de figuranten niet te veel af en draait het echt om de situatie waar pleisterbadmeister voor staat. Ik heb de zes meest gekozen strips uitgewerkt, want in mijn ogen zijn zes CMD-waardige strips op dit punt belangrijker dan 13 onafgemaakte tekeningen. Hieronder zijn mijn definitieve strips te zien.
[aesop_document type=”pdf” src=”https://cmdstudio.nl/seminar/wp-content/uploads/sites/2/2021/03/BADMEISTERPLEISTER-1.pdf” download=”off”]
Tom van Wanrooy gaf als feedback op mijn uiteindelijke zes strips, dat hij mijn stijl echt herkende als mijn stijl: simpel, maar het werkt goed. ‘Ook de kleuren spatten er lekker van af, ik krijg zin om het te lezen. De verhaaltjes zijn grappig, ook al moet ik soms wel twee keer lezen. maar dat is misschien niet eens heel erg.’ Als tip gaf hij nog dat de expressies op de gezichten nog wat passender kunnen. In strip moet je echt overdrijven soms om iets duidelijk te maken. Dus een verschrikt iemand is meer dan alleen een open mondje.
Ik heb de strips geschetst op papier en daarna uitgewerkt in Illustrator. Dat was iets wat ik nog nooit had gedaan op deze manier, dus de opstart duurde lang. Gaandeweg vond ik mijn weg en werd het ook leuker. Er is veel tijd in gaan zitten uiteindelijk.
Resultaat
De strips van pleisterbadmeister horen naar mijn mening in een Utrechtse lokale krant, zoals De Utrechtse Internet Courant (DUIC) in een papieren (elke twee weken) of online editie (24/7). Abonneren op beide is gratis en de doelgroep van DUIC woont in Utrecht en is in ieder geval ouder dan 18 (DUIC, z.d.). In een onderzoek dat ze zelf deden in 2013, bleek DUIC na de NRC en de Volkskrant de populairste krant onder deze Utrechters te zijn. Ik heb vooral een duidelijke voorstelling waar ik pleisterbadmeister op zie duiken, maar er nog niet aan toe gekomen dit verder te realiseren dan mock-ups.
In mijn ogen is pleisterbadmeister hoe ik zijn strips nu geschreven heb, vooral geschikt voor (jong)volwassenen uit Utrecht. Het decor van de strip is de Haarrijnse plas, dus de doelgroep is idealiter bekend met deze Utrechtse strandlocatie. De touchpoints van de groep die ik wil aanspreken zouden ook sociale media of ontvankelijke plekken kunnen zijn. Toen ik Tom vroeg wat hij van mijn laatste versies vond, vroeg ik hem ook waar hij dacht pleisterbadmeister tegen te kunnen komen. Hij zei: ‘ik denk meteen aan een krantje of een bushokje in de stad. Want eigenlijk is een cartoon al een campagne op zich.’
Een account op Instagram of Facebook zou daarnaast ook goed kunnen werken om Utrechters (verder) kennis te laten maken met de strips. Daarnaast denk ik dat de boodschap van pleisterbadmeister zich goed vertaald in nadenken van de doelgroep op ontvankelijke plekken. Dat klinkt misschien onaardig, maar bijvoorbeeld in een ziekenhuis, bij de tandarts of huisarts, op een EHBO-post of in een zwembad is men ontvankelijker en is de weg tot identificatie ook korter. Hier kan negatieve connotatie wel een nadeel vormen.
Zoals waarschijnlijk merkbaar is, worstel ik nog met de manier waarop mijn strip bij het publiek moet komen. Ik heb er nu voor gekozen te laten zien hoe pleisterbadmeister er in DUIC uit zou zien en DUIC benaderd via de mail voor een samenwerking.
Nog even kort, pleisterbadmeister:
- Wie: pleisterbadmeister (sullig en onhandig, maar met goede bedoelingen)
- Waar: Haarrijnse plas, Utrecht
- Waarom: bewust maken EHBO -en lifeguardzaken + connotatie met dit onderwerp humor/luchtig maken
- Voor wie: (jong)volwassen Utrechters
- Periode: heden (zomermaanden)
- Panelen: 3
- Tone of voice: Verassend, droog, en simplistisch
Evaluatie en conclusie
Als ik terugkijk op de afgelopen periode, vond ik het ontzettend leuk en ontzettend zwaar. Het is erg wennen om zo vrij gelaten te worden, dat ik lang het gevoel heb gehad dat ik nooit tot een goed genoeg eindproduct zou gaan komen. Dat was soms erg stressvol. Ik heb daarnaast veel plezier beleefd aan het ontwerpen van de strip en de verhalen. Het is super leuk om mijn studie en werk te combineren, om zo tot iets te komen wat in mijn ogen gewoon meer aandacht verdient. Door een heftige gebeurtenis in mijn eigen, recente leven, vond ik het soms lastig met plezier aan school te werken. Vooral de laatste week was erg zwaar, waardoor ik achterliep op mijn schema. Ik hoop enorm dat ik alsnog voldoende heb kunnen laten zien waar ik aan gewerkt heb de afgelopen acht weken en waarom.
Toekomst
Zoals ik al eerder noemde, heb ik niet het gevoel dat mijn stripavontuur ‘af’ is (is iets ooit echt af?). Ik ben trots op het resultaat dat ik op dit punt heb behaald, maar ik wil wel door. Ik vind het echt belangrijk dat mijn boodschap er komt en waarom niet met pleisterbadmeister? De reactie van DUIC wacht ik met spanning af. Daarnaast heb ik met mijn baas van het strand afgesproken om te kijken hoe we pleisterbadmeister zouden kunnen laten integreren op en om de plas. Deze wordt deze zomer opnieuw aangelegd, dus er is ruimte voor toevoegingen!
Synopsis
Tijdens mijn Seminar heb onderzocht hoe ik EHBO (en andere lifeguard-zaken) met humor onder de aandacht van (jong)volwassenen breng. Dit onderwerp is vaak spannend en zwaar voor mensen en daarom mijden ze het. Ik denk dat het heel belangrijk is om te laten zien wat een strandwacht/EHBO’er tegenkomt tijdens zijn of haar werk. Dit heb ik gedaan door een strip te ontwerpen over de pleisterbadmeister, een strandwacht op de Haarrijnse plas in Utrecht. Het is herkenbaar, bevat droge humor en maakt het onderwerp luchtig. Ik hoop dat ik men hiermee aan het denken kan zetten én kan vermaken. En dat uiteindelijk het niet meer spannend is, maar iets wat iedereen aandurft. Want het uiteindelijk potentieel vergroten van de handelingsbekwaamheid van iedereen om ons heen, is in mijn ogen van groot maatschappelijk belang.
English summary
During my Seminar, I studied the way humor can bring attention to First Aid (and other lifeguard tasks) to (young)adults. This subject is often considered frightening and/or heavy-weighted for people and because of this they tend to avoid it. However, I believe that it is very important to show people what kind of things lifeguards and first aiders have to deal with during their work. I chose to do this by designing a cartoon called ‘pleisterbadmeister’. ‘Pleisterbadmeister’ is a lifeguard who works at the Haarrijnse plas in the city of Utrecht. The cartoon is recognizable, full of dry humor and most importantly lightens the subject of First Aid. I hope it will make people think about the subject more often and thereby entertain them at the same time. Besides that, I hope it will no longer be seen as a scary subject but instead as something everyone will venture. Because in the end, increasing the action potential of everyone around us is, in my opinion, of great social importance.
Bronnen
Reid, Geleijnse & Van Tol. (2020, november). Fokke en Sukke: het afzien van 2020. Soest, Nederland: Catullus. Geraadpleegd op 9 maart 2021.
Baesjou, J.F.J. (1960, december). EHBO in beeld: in samenwerking met Reddingwezen en Het Oranje Kruis. Amsterdam, Nederland: J.F. Duwaer & Zonen. Geraadpleegd op 15 maart 2021.
Olie, J.M. (2015, februari). Concept cartoons bij onderzoekend leren. Geraadpleegd op 19 maart 2021, van
http://essay.utwente.nl/67081/1/Olie%2C%20J.M.%20-%20s1380729%20%28verslag%29.pdf
DUIC. (2013, 3 juli). Wie is DUIC-lezer? Geraadpleegd op 22 maart 2021, van
https://www.duic.nl/algemeen/wie-is-de-duic-lezer/
Madden, M. (2007, januari). 99 Ways To Tell A Story: Exercises in Style. London, UK: The Pinguïn Group. Geraadpleegd op 14 maart 2021.
McCloud, S. (1993). Understanding Comics: The Invisible Art. New York, New York: HarperCollins Publishers. Geraadpleegd op 14 maart 2021.
CMD Methods Pack: Find a combination of research methods that suityour needs. HAN University of Applied Sciences – AmsterdamUniversity of Applied Sciences, the Netherlands. ISBN/EAN:9990002057946. Geraadpleegd op 3 maart 2021, van