Sarah Blauw – 1677483 – Herkanser
Inleiding
Het kiezen van een onderwerp en een persoonlijke fascinatie omzetten in een professionele zoektocht is leuk en interessant, maar ook ingewikkeld en spannend. Door de vrijheid die ik met het vak seminar heb ben ik lang bezig geweest met bedenken wat ik nou echt gaaf vind en wat ik altijd al een keer zou willen maken. Na veel en lang praten met mijn familie en huisgenoten ben ik erachter gekomen dat ik heel graag een kinderboek wilde schrijven en illustreren. Illustreren is iets wat ik graag doe en daarnaast vind ik het interessant hoe je kinderen op een jonge leeftijd al op speelse wijze kan laten kennismaken met verschillende maatschappelijke onderwerpen/taboe’s.
Voor mij kwam er al vrij snel uit dat ik boekje wilde schrijven en illustreren over kinderen met een beperking of over de broertjes en zusjes daarvan, ook wel ‘brusjes’. Maar wat wil ik dan vertellen?
Context, scope en definitie
Kinderen zijn open en direct en reageren doorgaans op wat ze zien en horen. Dat is mooi en puur, maar soms ook een beetje ongemakkelijk. Ik heb een oom die meervoudig gehandicapt is en ik merk dat kinderen op hem reageren. Ik wil kinderen op een jonge leeftijd al kennis laten maken met dit onderwerp, om zo te laten zien dat kinderen met een beperking net zo gewoon zijn als jij en ik. Omdat ik moeilijk kan weten hoe iemand met een beperking zich op zo’n moment zou voelen, heb ik besloten het boek te schrijven vanuit het perspectief van een brusje.
Om tot een goed eindproduct te komen heb ik de volgende hoofdvraag opgesteld:
Hoe verklein ik op een laagdrempelige manier de afstand tussen kinderen met een beperking en kinderen zonder een beperking?
Om deze hoofdvraag te beantwoorden heb ik daarbij verschillende opgesteld:
- Welk verhaal wil ik vertellen?
- Tegen welke problemen lopen brussen aan?
- Hoe schrijf ik een kinderboek?
- Hoe illustreer ik een kinderboek?
- Waar moet ik opletten qua lay-out en vorm?
- Hoe creëer ik een goed personage?
- Hoe breng ik een ‘taboe’ over op een positieve manier?
- Hoe illustreer ik een kindje met een beperking?
Methode en aanpak
Ik ben in mijn omgeving op zoek gegaan naar mensen die mij konden helpen bij mijn onderzoek. Uiteindelijk ben ik via mijn slb’er Belinda Werschkull bij Manja Litjens uitgekomen. Zij is de schrijfster en illustrator van het kinderboek ‘Sara en het geheim van vriendje Adem’. Daarnaast heb ik met mijn Tante, Carine Blauw, veel gesproken en overlegd over dit onderwerp. Zij is naast ‘brus’ ook mantelzorger van haar meervoudig gehandicapte broer en is directeur van Stichting Handje Helpen geweest.
Bij het schrijven en illustreren van een kinderboek komt veel kijken. Daarom heb ik in het begin een stappenplan gemaakt over het proces hoe een kinderboekenschrijver/illustrator te werk gaat. Dit plan heb ik opgesteld aan de hand van online interviews die ik heb gelezen en de gesprekken die ik heb gehad met Carine en Manja.
Ik ben verschillende ideeën gaan verzamelen over het onderwerp. Want wat wil ik nou eigenlijk vertellen? En hoe breng je dat over bij kinderen? Tijdens een feedback moment kreeg ik de tip te kijken naar spreekbeurten van kinderen over beperkingen. Zo kon ik gelijk een duidelijk beeld schetsen van hoe kinderen bepaalde dingen verwoorden en welk taalgebruik binnen dit onderwerp door kinderen wordt gehanteerd. Om verhalen te verzamelen van ‘brusjes’ ben ik in gesprek gegaan met mijn vader, mijn oom en tante.
Ik heb hen geïnterviewd over wat voor situaties zij in het verleden hebben meegemaakt die zij als vervelend hebben ervaren. Een verhaal dat hierin naar voren kwam was van mijn oom Joost: ‘’Mijn broer Jan-Jelle reed altijd in zijn rolstoel door de straat als hij zich verveelde. Op een dag keek ik uit mijn raam en zag ik een heel gezin naar Jan-Jelle zien staren alsof het een soort aapjes kijken was. Dat vond ik zo vervelend.’’ Ook mijn vader Bart benoemde iets soortgelijks: ‘’Andere kinderen staarden vroeger heel vaak naar mijn grote broer in zijn rolstoel. Ik merkte dat hij dat heel ongemakkelijk vond en ik voelde een enorme boosheid opkomen en probeerde met terug te staren dit te laten stoppen.’’
Een persoonlijke vraag was of zij het gevoel van schaamte ooit hebben ervaren bij hun broer. Bij hen was dat niet het geval. Wel is in ander onderzoek aangetoond dat jonge ‘brussen’ een gevoel van schaamte, schrik en angst om op onbegrip te stoten. Zij proberen de psychische kwetsbaarheid van hun broer of zus proberen ze verbergen ten aanzien van vrienden (Sin, Moone, Harris, Scully & Wellman, 2012). In het boekje wil ik mij richten op zowel de negatieve aspecten van het hebben van een broertje of zusje met een beperking zoals schaamte, maar ook op de positieve aspecten zoals het hebben van een goede band, maar vooral wat het kindje met een beperking wel allemaal kan.
Verder heb ik op het internet verschillende verhalen gelezen van ‘brussen’ om zo een beter beeld te krijgen van hun denk situatie. Daarnaast heb ik een mooi gedichtje gevonden wat me veel inspiratie heeft gegeven voor mijn verhaal (Broersenzussen, z.d.).
Ik ben een brus
Ik ben voor mijn zus de allerliefste zus.
Soms baal ik van al die vragen, of maakt ze me aan het huilen
Toch zou ik haar voor geen goud willen ruilen.
Ik ben haar beste vriend
Omdat ik vind dat iedereen een echte vriend verdient.
Daarnaast heb ik een Best Practice gemaakt over algemene kinderboeken en kinderboeken waarin een beperking centraal staat. Al snel kwam ik tot de conclusie dat er weinig tot geen kinderboeken zijn waarin beperkingen, naast het zitten in een rolstoel, echt goed worden geïllustreerd. Ook kwam ik erachter dat, naast kinderboeken, er überhaupt erg weinig illustraties te vinden zijn van kinderen met een zichtbare beperking. Over het algemeen worden kinderen alleen geïllustreerd in een rolstoel en zie je verder geen zichtbare beperkingen aan het kindje zelf. Terwijl er natuurlijk veel beperkingen met uiterlijke kenmerken (denk aan het down syndroom, of spasme etc.)
Ik heb aan de hand van de lijst met kenmerken en online research ook gekeken welke beperking ik de hoofdpersoon zou geven. Om het boekje aantrekkelijk te maken voor een grotere groep heb ik gekozen de beperking een beetje in het midden te houden en deze niet te benoemen. Wel wilde ik de hoofdpersoon graag illustreren met zo wel een verstandelijke als een lichamelijke beperking. Daarnaast heb ik geschetst hoe ik wilde dat het ‘brusje’ er ongeveer uit kwam te zien. Hieruit zijn Lot en Luuk ontstaan. Luuk is het kindje met een beperking en Lot is het ‘brusje’. De eerste schetsen van Luuk heb ik zowel voorgelegd aan Bart, Joost en Carine. De feedback die ik daarop terugkreeg was dat zijn hoofd wat te groot was, zijn tandjes nog wat te mooi waren en dat zijn gezichtje nog een beetje te eng was. Ook aan zijn rolstoel moest nog een hoofdleuning worden bevestigd. Verder vonden ze het erg goed gelukt en dat je duidelijk zag dat het een jongetje met een beperking was. Op basis daarvan ik de eerdere schets verbetert en is daar een volgende iteratie uitgekomen.
Uitvoering en experimenten
Na onderzoek gedaan te hebben naar het onderwerp, de illustraties en schrijfstijl in kinderboeken ben ik uit eindelijk begonnen met het schrijven en het maken van schetsen van het verhaal.
Het verhaal heb ik samen met de eerste schetsen voorgelegd bij 5 verschillende mensen waaronder Chiara Soldati. Zij is een Neerlandica en heeft vroeger ook een kinderboek geschreven. Chiara heeft mij waardevolle feedback gegeven op mijn taalgebruik en op zaken die ik toch beter kon schrappen of juist zou kunnen toevoegen. Ook vond zij het verhaal nog iets te negatief. Het is per slot van rekening een kinderboek dus was het belangrijk dat ik mijn verhaal een wat positievere draai gaf. Ze zei ook: ‘’Mooi dat het in het midden blijft wat hij precies heeft, want dat is ook niet belangrijk. Je kunt er wel een beetje naar raden, dus het is ook geen onduidelijk beeld.’’ Ik vond deze opmerking erg waardevol en fijn om te horen, omdat het ook precies was wat ik wilde bereiken.
Het tekst van het verhaal kan je hier vinden
[aesop_document type=”pdf” src=”https://cmdstudio.nl/seminar/wp-content/uploads/sites/2/2021/01/Verhaal-Luuk-en-Lot-def.pdf” download=”off”]
Hierna heb ik het verhaal en de eerste conceptschetsen getest bij het broertje van mijn vriend (7 jaar) en mijn oppaskindjes (6 en 8 jaar). Behalve het feit dat ze alle 3 het een leuk verhaal vonden voegde hun feedback niet veel toe voor mij. Ik kreeg de indruk dat ze het een makkelijk leesbaar boekje vonden en het verhaal ook goed begrepen.
Op basis van feedback ben ik verder gegaan met het illustreren. Ik heb de schetsen van de hoofdpersonen en de verhaallijnen verder uitgewerkt in Illustrator. Ook hier heb ik vervolgens weer feedback over gevraagd aan onder andere Manja. Zij vond de illustraties ontzettend gaaf en heel kleurrijk, maar gaf mij nog als advies om wat meer gebruik te maken van andere perspectieven zoals bijvoorbeeld close-ups.
Resultaat
Ik heb ik mijn boek laten drukken bij Probook, een boekbinderij in Utrecht. Hier heb ik mee kunnen kijken naar hoe het inbinden van een boek in zijn werk gaat.
Helaas was het qua tijd niet mogelijk om te kijken hoe mijn eigen boek werd gedrukt. Door het meekijken kreeg ik een beter beeld over hoe ik mijn eigen broek gedrukt wilde hebben. Dit heeft geresulteerd in de volgende specificaties:
- Formaat: 210 x 297 mm (A4 liggend)
- Omslag: Hardcover met garen gebonden
- Type omslag: Fullcolour bedrukt met mat laminaat
- Kapitaalband: Geen
- Leeslint: Geen
- Aantal pagina’s: 24 (zonder omslag)
- Papier: 100% recycled 135 grs. (wit, mat)
- Schutbladen: Unikleur, Scarlet Rood
- Aantal exemplaren: 2
Helaas kan ik het boek vrijdag pas ophalen, dus heb ik nog geen foto van hoe het er officieel uit ziet. Maar hierbij een idee hoe het er ongeveer uit ziet:
Evaluatie en conclusie
Terugkijkend op deze periode was het voor mij een heftige, leerzame maar ook stressvolle periode. Ondanks dat ik veel plezier heb gehad in het schrijven en illustreren van het boek, nam het ook veel tijd in beslag. Ik vond het spannend om aan te werken omdat ik met mijn illustraties mensen met een beperking niet belachelijk wilde maken. Helaas heb ik tijdens deze periode door een ongeluk ook nog 2 weken in bed gelegen met een hersenschudding en een gebroken neus, waardoor de factor tijd uiteindelijk een erg grote rol heeft gespeeld. Door lange dagen te maken en mij te focussen op het eindresultaat heb ik mijn boek binnen de deadline af kunnen krijgen en ben ik super trots op het eindresultaat.
Toekomst
Omdat ik veel positieve reacties heb gehad op mijn boekje, denk ik erover om het uit te geven of om het aan te bieden aan een stichting of organisatie. Ik realiseer me dat ik de tekst dan nog een keer moet laten redigeren. Ik zou het ook leuk vinden om nog eens een boek te illustreren maar dan zonder tijdsdruk bijvoorbeeld een vervolg op het eerder geschreven Lot en Luuk. Ik sta natuurlijk open voor een ander kinderboek met een ander maatschappelijk onderwerp.
Synopsis
Tijdens seminar heb ik ervoor gekozen om te onderzoeken hoe ik op een laagdrempelige manier de afstand tussen kinderen met een beperking en kinderen zonder een beperking kan verkleinen. Kinderen nemen doorgaans geen blad voor de mond en kunnen daardoor nogal ongenuanceerd overkomen. Ik heb dit onderzoek gedaan door een kinderboek te schrijven en te illustreren waarin ik het verhaal van Lot vertel over haar broertje Luuk die een beperking heeft. Door het laten voorlezen, of zelf lezen, van een kinderboek worden kinderen op een speelse en leuke manier al voorgelicht over kinderen met een beperking en over wat voor impact dat weer kan hebben op ‘brusjes’ (broertjes of zusjes van kinderen met een beperking).
English summary
During my seminar, I chose to study how I can reduce the distance between children with a disability and children without a disability in an accessible way. Children usually do not mince words and can therefore come across as rather oversimplified. I did this research by writing and illustrating a children’s book in which I tell Lot’s story about her little brother Luuk who has a disability. By having a children’s book read, or read themselves, children are already informed in a playful and fun way about children with a disability and about the impact that can have on ‘brusjes’ (brothers or sisters of children with a disability)
Bronnen:
Broersenzussen. (z.d.). BRUSSEN: Broer of zus van een person met een bepaalde ondersteuningsnood. http://www.broersenzussen.be/
Sin, J., Moone, N., Harris, P., Scully, E., & Wellman, N. (2012). Understanding the experiences and service needs of siblings of individuals with first-episode psychosis: A phenomenological study. Early Intervention in Psychiatry, 6(1), 53–59. https://doi.org/10.1111/j.1751- 7893.2011.00300.x