De praktijk van Lieve – Tess Isaacs

Concept Diary

Premisse

‘Ik wil het taboe om hulp te vragen bij een specialist doorbreken’

Synopsis:

Wegkijken, een ongemakkelijke ‘uh’ of een ‘ogjeetje. Dit zijn een paar reacties die ik kreeg als ik vertelde dat ik naar een psycholoog of coach ging. Deze reacties heb ik nooit gesnapt. Er is niks ongemakkelijks aan naar mijn mening. Ik vind het juist heel krachtig als je hulp zoekt voor je persoonlijke problemen. Vandaar dat ik snel wist dat ik in dit Seminarproject dit probleem wil aanpakken. Door middel van dit kinderboekje wil ik het taboe om hulp te vragen bij een specialist doorbreken.

Aan de hand van vier verschillende kindjes word je meegenomen in hun levens. Ieder heeft z’n eigen probleem maar allemaal hebben ze een ding gemeen. Ze worden geholpen door Lieve. Een kindercoach die kinderen samen met hun ouders helpt om de emoties kenbaar te maken en ze te beheersen. Door middel van interactieve vragen die in het boekje zitten kan je bepaalde situaties makkelijker bespreekbaar maken.

Proces, Scope, Definitie

Onderzoeksvraag; Hoe kan ik het taboe om hulp te vragen bij een specialist doorbreken?

Een boek schrijven was al langer een droom van mij. Ik heb vroeger veel verhalen geschreven en dat waren voornamelijk verhalen voor jonge kinderen. Voor dit seminar heb ik de krachten samengebundeld en wilde ik met het thema ‘Taboe op de psycholoog’ een kinderboekje maken. Om zo vanaf jongs af aan het taboe te doorbreken.

Ik begon dit project met veel onderzoek naar problemen die kinderen op jonge leeftijd hebben. Hier kwamen vooral pesten, ouders die scheiden, bang en somber uit. Dit vond ik meteen vier mooie onderwerpen voor verschillende verhaallijnen. Daarnaast kwam ik ook tot de ontdekking dat voor deze problemen de kinderen niet geholpen worden door een psycholoog maar door een kindercoach (Laudidus, z.d.). Een nogal belangrijk punt.

Om een beeld te krijgen welke tekenstijl ik wilde toepassen ben ik daar ook onderzoek naar gaan doen. Al snel kwam ik erachter dat ik meer de flat charter kant op wilde en door verschillende schetsen begon ik de tekeningen digitaal te maken. Dit vond ik meteen heel erg leuk, alleen merkte ik dat het wel veel tijd kostte. Ik kreeg als feedback vaak te horen dat de beelden te vlak waren, met weinig emoties, dus ben ik meerdere iteraties gaan maken in verschillende tekenstijlen.

 

Dit zijn mijn allereerste schetsen. Maar ik dacht dat dit geen toegevoegde waarde zou hebben. Dus ben ik meteen voor het echte werk gegaan.

 

 

 

Hieronder zie je het beeld wat ik voor het eerst op Illustrator gemaakt heb. Hier kwam feedback over de kleur dat dit feller kan.

 

Ik ben na dit ontwerp meer tekenstijlen gaan tekenen en heb veel iteraties gemaakt. 

Uiteindelijk is dit het eindresultaat geworden. Meer kleur maar wel hetzelfde poppetje omdat die veel emoties toont. Dit vonden de kindercoaches allebei heel belangrijk.

 

Een keerpunt in dit proces was een interview met twee kindercoaches (Bijlage 1). Dit was echt een eyeopener. Wat ik vooral als feedback kreeg is dat ik meer onderzoek kon doen naar de verschillende ontwikkelingsfases van het kind. Hieruit is gekomen dat kinderen tussen 6 en 12 jaar een zelfbeeld creëren (Samen meer voor de Hoeksche waard. (z.d.). Ik heb hierdoor besloten dat de doelgroep van dit boekje 6 tot 8 jaar is. Daarnaast vertelden beide kindercoaches mij dat ze bij kinderen jonger dan 9 jaar vaak samen met de ouder in gesprek gaan, om zo samen een oplossing voor de problemen te vinden. Hierdoor heb ik dit in het boekje kunnen verwerken. Ook kwam een van de kindercoaches ermee dat ‘somber’ iets is wat kinderen nog niet kunnen snappen. Dit is iets wat zich meestal uit in buikpijn. Dit is de reden dat ik dat heb veranderd in het boekje.

Wat ik sowieso in het boekje terug wilde laten komen was diversiteit. Dit had ik al gedaan door 4 verschillende kindjes onder wie een getint jongetje, maar Leanne wees mij erop dat er nog meer diversiteit in kon zitten. Dit leidde ertoe dat ik vier verschillende verhaallijnen heb met twee vaders, een single vader, gescheiden ouders en een man en een vrouw.

Toen eenmaal de tekenstijl die ik wilde gebruiken voor het boekje duidelijk was, ging het proces snel. In de verschillende feedbackmomenten kreeg ik voldoende input om snel te realiseren hoe het er uiteindelijk nu ook uit ziet. Door de onderzoeken die ik deed naar lettertypes, ontwikkelingsfases en kindercoaches kon ik veel onderbouwen. Hierdoor kon ik mijn plan helder communiceren aan de docenten.

 

Het verhaal

Het verhaal gaat over vier kindjes. Allemaal met hun eigen problemen.

We beginnen met Rosa. Rosa is namelijk bang in het donker en om dat te verhelpen gaat ze samen met haar ouders naar Lieve toe. Hierdoor is ze minder bang en kan ze weer slapen.

Dan komt Yassin. Yassin heeft veel last van buikpijn. Zijn vader weet niet wat het is dus gaat hij met Yassin naar de dokter. Die verwijst hun door naar Lieve waardoor ze het probleem kunnen achterhalen. Hierdoor is Yassin een stuk vrolijker.

Hierna komt Tom. Tom is erg verdrietig want hij hoort zijn ouders vaak ruziemaken. Dan vertelt zijn moeder dat ze gaan scheiden en dat ze ergens anders gaat wonen. Tom vindt dit zo erg dat ze samen als gezin naar Lieve gaan. Hierdoor ziet Tom de situatie ook anders in en vind die het eigenlijk wel leuk om in twee huizen te wonen.

De laatste is Sterre. Sterre wordt gepest op school en daarom wil zij er liever niet heen. Ze gaat samen met haar vaders naar Lieve toe om hen als gezin te helpen. Daarna gaat Sterre voor de klas staan met haar juf en vertelt dat ze het niet meer leukt vindt. Na deze ervaring vindt Sterre het weer leuker om naar school te gaan.

Resultaat

Ik ben erg tevreden met het resultaat. Het is een kort maar krachtig kinderboekje geworden dat ook echt een boodschap overdraagt. Door de illustraties met meer kleur is het echt een kinderboekje geworden dat nu op de markt zou kunnen liggen. Het boekje is nu naar de drukker dus het eindresultaat kunnen we volgende week bij de Expo zien.

Conclusie

Aan het begin van het project vond ik het echt moeilijk om mijn pad te bewandelen en veel verschillende iteraties te maken. De vele feedback-uren hebben hier zeker bij geholpen want op een gegeven moment zat ik op het goede spoor en heb ik dit boekje echt met veel plezier gemaakt. In de toekomst ga ik proberen om meer vertrouwen in mezelf te hebben. Dit boekje is namelijk heel goed gelukt naar mijn mening en dat kan ik meenemen in aankomende projecten.

Terugkomende op de onderzoeksvraag hoop dat ik met dit boekje mensen laat nadenken en we iedereen tot de conclusie komt dat hulp vragen aan een specialist iets krachtigs en waardevols is. Ik vond het persoonlijk echt een heel erg leuk project en ben blij met het eindresultaat.

Bronnen

Laudius. (z.d.). Verschillen kinderpsycholoog, kindercoach en pedagoog. Laudius. Geraadpleegd op 5 februari 2021, van https://www.laudius.nl/blog/verschillen-tussen-kinderpsycholoog-kindercoach-en-pedagoog

Samen meer voor de Hoeksche waard. (z.d.). Ontwikkelingsfasen van het kind. SHW. Geraadpleegd op 15 februari 2021, van http://www.themanieuws.nl/app/publication/SDHW161/3873

Bijlage

Interview: Tineke Botterop

 Met welke problemen komen kinderen bij u?

Dit is heel divers. Gedrag is altijd het gene dat het aanstuurt. Ouders zien bij een kind gedrag wat ze niet goed weten. Boos, leeg, onzeker, brutaal, faalangst. Kan ook lichamelijk. Broekplassen. Sturen op het gedrag omdat het gedrag verandert.

Tineke vindt het interessant wat de onderliggende gedachte en reden is.

“Behoefte van het kind”.

Vanaf hoe oud behandelt u ze?

Vanaf 2 à 3 maar dan meer met het gezin werken. 6 à 7 of 4. Vaak met de ouders.

Pubers ook. Meer bewustzijn.

Zitten de ouders er vaak bij?

Gedrag van kinderen komt uit onrust van het gezin of dat het bij de ouders in het gezin niet goed gaat.

Wat is uw werkwijze?

Ouder nemen contact op, hebben een vraag, een zorg of een verlangen. Ik doe een kennismaking. Nemen het kind mee. Dan gaan we eerst kennismaken. Dit is altijd spannend voor de ouders. Die voelen het alsof ze het niet goed doen. Aan de kennismaking schat ik in welke kant ik op moet. Is dit in het kind of is het meer systeem in het gezin (dynamiek). Geen standaard methodiek. Daarna een voorstel doe, twee keer met het kind.

Als u kijkt naar de teksten die ik heb beschreven is dat een beetje hoe het in het echte leven gaat?

De kinderen sowieso. In de tekeningen goed kijken naar de symboliek.

Innerlijke reizen. Gebruik maken van hun belevingswereld.

Spelvormen. Talenten hoe zet je die in.

 

Wat vindt u van de verschillende illustraties?

Aanspreekt: Gezichtsuitdrukking. Het gevoel erachter.

Belangrijk dat het gevoel in het beeld wordt gebracht.

Kinderen houden heel veel van kleur.

Kleuren zijn belangrijk in het ontwerp.

 

Denkt u dat dit een nuttig idee is?

Ja heel erg nuttig. Ouders vinden spannend en ze gelooft dat er niks mis is met het kind.

Open verbetering. Zonder waarde, oordeel, probleem.

Gaat vaak over behoeftes. Ze hebben hun omgeving nodig om hun behoefte te voorzien.

“Gedrag is een uiting van een behoefte”.

Waardevol om onderzoek te doen naar de ontwikkelingsfases.

 

Interview: Leonie van Maurik

Met welke problemen komen kinderen bij u?

Kinderen die vastlopen in emoties en worstelen met zelfvertrouwen. Ze willen meer weerbaarheid zijn. Iedereen heeft emoties.

Vanaf hoe oud behandelt u ze?

Vanaf 8 à 9 dan gaan ze zelf. Jongere kinderen gaan samen met ouders.

2 jongens van 4. Ik maak veel gebruik van spelsessies. Hierdoor kan ik kijken waar het dan misgaat.

Zitten de ouders er vaak bij?

Jonge kinderen wel. Vanaf een jaar of 8 à 9 gaan ze alleen.

Wat is uw werkwijze?

Kinderen moeten zich veilig voelen. Dit doormiddel van veel spellen of knutselen. Je zoekt de veiligheid dan in de activiteit. Praten voor kinderen is moeilijk. De focus is dan gericht op de activiteit en dan gaat het praten makkelijker. Bij het spel zit wel een achterliggende gedachte.

Als u kijkt naar de teksten die ik heb beschreven is dat een beetje hoe het in het echte leven gaat?

Casussen zitten qua verschillende onderwerpen goed in elkaar. Is realistisch.

Interactief onderdeel vind ik sterk. Dan krijg je gesprekstof.

Somber vind ik moeilijk. Wat ik veel bij kinderen zie is dat ze somber zijn maar ze weten niet wat dat is en dat uit zich in buikpijn. Ze zitten dan met iets mee en dan hebben ze altijd pijn in hun buik. Samen met Lieve komen ze er dan achter.

Interactieve goed. Jonge kinderen kunnen dit zeker. Kleuters. 4 à 5 à 6. Dan begint de ontwikkeling. De ik-ontwikkeling begint dus woorden geven aan is dan extra belangrijk.

Maak gebruik van gerichte vragen zoals ‘Durf jij te slapen zonder lichtje aan?’.

 

Maakt u ook gebruik van tekenen?

Ja, dit gebruik ik veel. Door tekenen krijg ik een goede kijk in de emoties van het kind.

Wat vindt u van de verschillende illustraties?

Fijn dat het niet zo indringend is. Kleuren zijn leuk.

Wat wel grappig is, is dat veel kinderen snel het grijze potlood pakken. Is veilig, neutraal. Geen kleur is veilig. Als er een kleur wordt gebruikt dan veel donkere kleuren. Nooit felle kleuren.

Het poppetje met meer kleur. Ogen beter van het eerste plaatje.

 

Denkt u dat dit een nuttig idee is?

Ja denk ik zeker. Het taboe moet echt weg. Heel helpend. Coach staat los van alles.

Heeft u verder nog een aanvulling of iets dat u denkt dit moet erin?

Heel goed op weg. Zit super veel potentie in.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *