“Ooit zal je het begrijpen” Concept Diary Week 5

Na ‘goedkeuring’ van mijn nieuwe documentaire-opbouw restte alleen nog het uitwerken van de beeldstijl tijdens het voorlezen uit het dagboek, voordat ik kon beginnen met filmen. Dit heb ik enigszins onderschat. Hieronder zal ik mijn aanpak beschrijven.

Ik wist dat het me tof leek om met 2 camera’s te werken. Een main-shot en een close-up. Ik wist niet of het mooi is om beide camera’s of statieven te hebben of hierbij de hand-held feel te creëren, net als in de shots op de verschillende locaties. Hiermee heb ik geëxperimenteerd en al heel snel werd duidelijk dat het het mooiste is als beide beelden stil staan, op een statief. Dit straalt rust uit, wat past bij het voorlezen uit een dagboek binnen huis. De eerste versie die ik had was aan de keukentafel met als achtergrond een deel van de woonkamer. Hierbij had ik twee opties: de verschillende shot overlopend in elkaar met een dalende transparantie of de shots met een harde cut na elkaar. Ook had ik deze beelden zwart/wit gemaakt, omdat ik dacht dat dit het verschil/contrast tussen vroeger (dagboek) en nu (scenes op locaties) meer zou benadrukken. Tijdens de maandag in lesweek 5 liet ik dit zien aan Leanne, Tom en Anne. Tom en Anne vonden het overlopen in elkaar mooi en ook het zwart/witte beviel hun wel. Echter, Leanne gaf precies het tegenovergestelde aan: harde cuts en in kleur. Ze vertelde dat het continu overlopen in elkaar van de beelden heel druk en afleidend zal werken. In een trailer is dit leuk, maar in een hele (mini) documentaire wordt dit too much. Hier kon ik mij nadat ze dit benoemd had goed in vinden. Ze gaf aan dat het continu schakelen tussen zwart/wit (dagboek) en kleur (locatiescenes) ook heel druk zal worden. Het leek daardoor onprofessioneel. Ik snap deze redenatie, maar weet niet of ik het daar mee eens ben. Ik wil hier tijdens het monteren als alles gefilmd is nog mee spelen, om te kijken wat voor verschillende emoties de verschillende “kleuren” (zwart/wit vs. kleur) opwekken. Wat ze wel erg mooi en professioneel ogend vond was het close-up shot met de 50mm lens. Tom en Anne vonden dit ook. Ik zelf ook, dus het was mooi dat dit bevestigd werd. Verder werd aangegeven dat de achtergrond (het interieur in de woonkamer) niet zo erg van belang was en hier te veel nadruk op lag.

Ik ging opnieuw aan de slag met beelden. Maandagmiddag nog begon ik met een nieuwe setting: dezelfde close-up en het bredere shot, maar dan met de kamermuur als achtergrond. In eerste instantie was ik daar tevreden over, maar toen ik dit later terugkeek vielen mij twee dingen op. 1: er viel veel te veel licht van de lamp op het haar van Corinne. 2: het main-shot was een beetje van boven gefilmd, een soort van schuin omlaag. Heel storend. Opnieuw dus…

Dinsdag was Corinne niet beschikbaar, dus heb ik mezelf als onderwerp gebruikt. Ik heb een andere muur als achtergrond gepakt, om de te grote hoeveelheid licht op te lossen. Ook de het main-shot niet meer van boven gefilmd. Stukken beter!

Op de HU (woensdag) heb ik aan de helft van de klas waarmee ik ingedeeld was gevraagd om feedback over dit laatste experiment. Ze zeiden het mooi te vinden, maar een paar stoorden zich aan de lichtknop, deurklink en verwarming op de achtergrond. Qua camerawerk en licht en de verschillende shots vonden ze het erg mooi, maar ze adviseerden eens te gaan experimenteren met filmen in de woonkamer (bijvoorbeeld op de bank), om een wat huiselijkere sfeer te creëren. Dit vond ik een goed idee. Verder was ik bezig geweest met een zin uit de afscheidsbrief (“eens zullen jullie echter inzien dat het zo beter is, ook voor jullie”) in After Effects te animeren/overtrekken en dan een aantal woorden de titel van de docu te laten vormen: “Is het zo beter?” Hiermee draai ik die zin eigenlijk om naar een vraag, waarmee ik de documentaire wil gaan afsluiten. Dit liet ik ook zien aan de klas en ze vonden dit mooi. Heel persoonlijk.

Donderdag heb ik geëxperimenteerd met filmen in de woonkamer bij de bank. Hier heb ik geprobeerd gebruik te maken van mooi tegenlicht, wat naar de close-up camera gericht stond. Dit zorgde ervoor dat het gezicht meer naar voren kwam. Ik koos ervoor om deze lamp wel in beeld te laten zien, zodat er soms meer licht langs viel en dan weer minder, afhankelijk van hoever ik voor deze lamp zat. Ik vond dit heel gaaf, maar de meningen daarover waren erg verdeeld. Sommigen vonden het net als ik tof, maar anderen stoorden zich enorm aan de lichtbron in beeld. De huiselijke setting beviel wel heel goed, alleen moest ik de kussens op de bank wat mooier neer zetten. Klopt wel, was een zooitje. De volgende stap is dus experimenteren met dezelfde setting en hetzelfde licht, zonder dat de lichtbron in beeld te zien is.

Het laatste beeldexperiment van deze week is op dezelfde plek gefilmd als degene die hiervoor besproken is: de bank in de woonkamer. Echter, dit keer allemaal net wat anders gepositioneerd, zodat de lichtbron niet meer in beeld te zien is, maar het mooie effect van de belichting van de achterzijde in stand blijft. Tijdens de feedbacksessies op de maandag van week 6 zal ik al deze experimenten laten zien, om hopelijk tot samen met het groepje tot een definitieve dagboek-beeldstijl te komen, zodat ik van start kan met het filmen daarvoor.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *