Concept diary: Do Tell – Leonhard Uijlenbroek – 1683269

“Whether they admit it or not, skateboarders have always paid a lot of attention to their clothes. It’s a big decision, choosing what to wear before a skate session”.

 

PREMISSE

In de afgelopen weken heb ik op basis van onderzoek een eigen stijl als illustrator ontworpen die verhalen verteld en zijn plaats heeft binnen de populaire subcultuur van skateboardkleding.

SYNOPSIS

Mijn ontwerpen vertellen verhalen, hedendaagse verhalen over wat ik of mijn omgeving meemaak. De verhalen bevatten metaforen en gezegdes, in de illustraties zitten nog meer metaforen die weer een extra laag toevoegen. Het is altijd duidelijk te zien wat er gebeurt, maar zet de kijker toch tot nadenken. In mijn proces naar mijn eigen stijl ben ik begonnen met het in kaart brengen van stijlen die er nu al zijn, stijlen die mij aanspreken en die ik verder wil verwerken in mijn eigen illustraties. Ik ben terug gegaan naar mijn jeugd en waar ik mijn inspiratie vandaan haal om illustraties te maken. Hetgeen wat mijn verhaal uniek maakt is dat ik eigen verhalen vertel die nog nooit verteld zijn, niet direct duidelijk zijn in de illustraties waardoor men zijn eigen verhaal eraan kan verbinden. Het is mijn persoonlijkste project ooit.

Onderbouwing

Kunst zit al jaren verweven binnen de kleding die gedragen wordt door skateboarders of mensen geïntrigeerd door die stijl. Sinds vroeg op de middelbare school heb ook ik daar een fascinatie voor ontwikkeld. Ik draag al erg lang kleding van verschillende merken en verscheidende illustratoren. In deze periode ben ik onder andere al die illustratoren tegen het licht gaan houden. Hier kwamen als favorieten snel Piet Parra en Iwan Smit uit, zij leerden mij te kijken naar wie ik ben. Om kunst te maken laten zij zich namelijk erg inspireren door hun jeugd, al dan niet onbewust. Parra haalt veel inspiratie op door te beginnen met een woord of een zin waar zijn illustratie dan over zal gaan. Dit zette mij aan het denken. Ik merk dat ik vaak uit het niks wel iets kan verzinnen, maar wanneer ik daar een tekening of schets bij maak mis ik een verhaal erachter, het zegt niks. Daarop heb ik besloten dat mijn illustraties een verhaal moeten vertellen. Deze verhalen kunnen dan over alles gaan, mijn eigen ervaringen of zaken die zich in de wereld afspelen. In deze periode ben ik teruggegaan naar mijn eigen jeugd, ik hield mezelf nu tegen het licht en zag dat ik veel met taal, woorden, gezegdes en metaforen heb. Ik schrijf al sinds erg jong gedichten, dat doe ik nog steeds met plezier. Deze gedichten zijn kort of lang en bevatten verhalen die ik of mijn omgeving hebben meegemaakt. Dit deed ik dus al in mijn jeugd en leek mij daardoor een mooie route in mijn zoektocht naar inspiratie. Wat blijkt: het is mijn bron van inspiratie. Elke illustratie die iemand ooit nog van mij gaat zien is ooit begonnen met een woord, gezegde, metafoor en hoogstwaarschijnlijk een gedicht. Op deze manier hoop ik verhalen te vertellen in mijn eigen jasje. De stijl die ik heb ontwikkeld als illustrator is een samensmelting van stijlen. Ik heb de “poppy-culture” (Piet Parra, 2doc) van Smit en Parra gepakt, onderzocht in boeken en zines wat er nog meer is en daar de punk en een klein beetje gore uitgepakt. Die heb ik samengevoegd tot wat er nu staat. Gezichten met krassen, hoekige neuzen en chaotische samenstelling. Gore kwam in het begin veel terug, maar ging langzaam weer weg, nu is het in kleine details soms nog te zien.

Mijn onderwerp is dus kunst binnen de populaire subcultuur van skateboardkleding. Daarbij geldt de hoofdvraag: hoe kan ik een eigen stijl als illustrator/ ontwerper ontwikkelen die zijn plaats heeft binnen de skateboardcultuur?

 

Daarbij komen de volgende deelvragen:

  1. Op welke manier uit zich een ‘eigen’ stijl?
  2. Wie zijn mijn favoriete kunstenaars?
  3. Wat wordt er nu gedragen door skateboardes?
  4. Hoe ontwikkel ik een eigen lettertype?
  5. Welke stijlen zijn er nu allemaal?
  6. Wat zijn mijn inspiratiebronnen?
  7. Wat voor kleurenpallet wil ik mij eigen maken?

 

Ik ben mijn onderzoek begonnen met de volgende methodes:

 

  1. Moodboard(s) gemaakt
  2. Best practices
  3. Trend-analyse
  4. Fly on the wall
  5. Context-mapping
  6. Muzisch onderzoek (kwam er later bij)

 

 

Het onderzoek heeft mij veel opgeleverd. De moodboards gaven mij inzicht in welke stijlen er zijn en welke voor mij eruit sprongen. Deze gaven mij een setje in de goede richting, ik wist nu welke illustratoren ik verder wilde onderzoeken.

De best practices waren misschien wel het meest waardevol. Hier leerde ik Piet Parra en Iwan Smit beter kennen en kwam ik uiteindelijk achter mijn inspiratiebron: het schrijven van gedichten verbinden met illustraties maken. Dit deed ik al in mijn jeugd, net zoals Parra en Smit zich laten inspireren door hun jeugd.

Voor de trendanalyse ben ik in een 600-pagina fotoboek gedoken genaamd Skateboarding Is Not A Fashion (Blümlein, J. (2019). Hier heb een aantal zaken uitgehaald: veel stijlen van begin 1980 zien we nog steeds. Skaters houden van grafische afbeeldingen of werken van illustratoren op hun kleding.

Met fly-on-the-wall ben ik naar skateparken in de buurt gegaan. Hier haalde ik helaas weinig uit, ik was ontwerpen aan het natekenen. Ik wilde graag eigen werk maken.

Context-mapping, deze methode is uiteindelijk ondergesneeuwd door muzisch onderzoek. Ik had weinig tijd voor het context-mapping en het muzisch onderzoek voelde als lucratiever.

Muzisch onderzoek: hier ben ik naar mijn jeugd gegaan waar ik heb onderzocht wie ik als creatief kind was en nu als mens ben. Ik leerde dat ik al mijn hele leven van metaforen en gezegdes hou, ook schreef ik veel. Vanaf toen ben ik gedichten die ik schreef gaan bekijken, zelf weer gedichten gaan schrijven en die gaan illustreren. Dit werd mijn grootste inspiratiebron.

Naast het schrijfwerk ben ik mij gaan verdiepen in andere stijlen. Ik heb een stapel zines verzameld en ben die door gaan spitten. Punk en gore wilde ik meenemen naar mijn stijl. Dit beviel mij erg goed. Na verloop van tijd en gesprekken met de doelgroep viel gore steeds meer weg.

Naast het onderzoek ben ik ook veel gaan experimenteren. Sommige deelvragen zijn meer onderzoek- en sommige meer experimentgericht. Veel van deze experimenten kan men teruglezen in mijn creatief proces.

Op dit moment kan ik concluderen dat mijn onderzoek succesvol was. De hoofdvraag is beantwoord en ik kan met een gerust hart zeggen dat ik mijn eigen stijl heb ontwikkeld.

Creatief proces

De eerste stap die ik heb ondernomen is fly-on-the-wall. Ik ben langsgegaan bij skateparken om te kijken wat er allemaal nu gedragen wordt en heb dat proberen na te tekenen. In de afbeeldingen hieronder ziet men wat ik heb getekend daar:

Ik merkte echter al snel dat ik hier weinig uithaalde, ik was andere ontwerpen aan het natekenen. Ik voelde dat ik mij snel wilde richten op zelf dingen maken. Eerst moet daar onderzoek voor gedaan worden vond ik, dus ben ik begonnen met zoeken naar bronnen.

Ik heb het internet en (digitale) tijdschriften afgestruind op zoek naar kunst in de skateboardkleding die mij opviel. Ik heb niet zo zeer gezocht naar verhalen achter de kunst, ik heb eerst gekeken naar wat mij opviel, hier zijn de volgende (digitale) moodboards uitgekomen:

Uit deze moodboards is een samengevat moodboard in de vorm van een fysiek prikbord ontstaan, een benchmark creation met wat ik de mooiste stijlen en beste illustratoren vind:

Via deze moodboards ben ik op Parra en Iwan Smit gekomen, die ik daarna verder heb onderzocht. Achteraf heb ik ontzettend veel aan deze moodboards gehad, het gaf mij een zetje in een richting en invalshoek: twee Nederlandse hedendaagse kunstenaars/ illustratoren waar ik van wil proberen te leren.

Wat ik daarnaast erg interessant vind aan Parra’s werken is dat het vaak raar of absurdistisch is met soms ook een humoristische toon. Een verhaal wordt verteld op een indirecte manier, maar toch is het heel duidelijk en in één oogopslag te zien. Dit wil ik verbinden met het verhaal wat ik wil vertellen in een illustratie, zodat het verhaal wel snel te zien is, maar niet direct weggeeft wat de illustratie echt betekent. Dit sluit aan op wat Parra ook graag wil bereiken: mensen aan het denken zetten, vaak doormiddel van een onderliggende laag die verscholen zit in het werk of bijvoorbeeld de titel.

Ik heb hierna het 600-pagina fotoboek Skateboarding Is Not A Fashion doorgespit Hier heb een aantal zaken uitgehaald: veel stijlen van begin 1980 zien we nog steeds. Skaters houden van grafische afbeeldingen of werken van illustratoren op hun kleding (Blümlein, J. (2019).

In de afbeeldingen hieronder vind u een greep van een aantal punk zines waar ik inspiratie uit heb gehaald.

Vervolgens ben ik begonnen met lijnvoering.  Ik ben naar een kunstwinkel gegaan heb daar briefjes met lijnen verzameld:

Met dit als input ben ik zelf met lijnen gaan experimenteren in mijn dummy:

Ik ben zoals te zien ook al gaan experimenteren met letters. Echter werd ik niet veel wijzer van lijnvoering, ik denk omdat ik te weinig kennis heb van lijnen of typografie.

Na hierover gespard te hebben met Ramon van Kapitaal Utrecht gaf hij mij een goede tip tot verdere uitvoering van een lettertype: “ga elke letter zien als een illustratie. Wanneer je de letters ziet als letters kom je niet veel verder, maar wanneer dit losse illustraties zijn gaat er een wereld voor je open”.

Hierop ben ik opnieuw begonnen, ik begon met het verzinnen van een merk naam. Hier verzon ik eerst ‘Ah, oui, oui!’ Hier kwam ik op omdat ik het idee had dat ik verhalen wilden vertellen, waarmee ik al had geëxperimenteerd op dit moment. ‘Ah, oui, oui!’ vond ik een grappige naam omdat het zich vertaald naar ‘Ah, ja, ja!’ wat voor mij het moment betekende dat kijkers van mijn illustratie doorhadden wat de illustratie betekende. Echter na gesprekken met mensen uit mijn omgeving vonden zij het vergezocht, lijken om de merknaam “iets frans…” en geforceerd. Daarna verzon ik: Do Tell. Een Engelse leus die eigenlijk zegt: “vertel het me!”. Dit sprak mensen uit mijn omgeving (die ook deze stijl kleren dragen) meer aan en ze vonden het unieker. Hierna ben ik gaan experimenteren met logo’s, ik heb deze voorgelegd aan vrienden en aan Ramon van Kapitaal, zij vonden het erg mooi en hierdoor heb ik besloten dat dit mijn logo voor mijn merk ging worden.

In deze schetsen zit onder andere nog een uitroepteken, de doelgroep vond dit echter niet mooi. Hierna ben ik, ook nog ná kleurenonderzoek, mijn dummy schetsen in Adobe illustrator verder gaan uitwerken. Ik heb vier versies op dit moment: wit op zwart, zwart op wit, volledig kleur en kleur met zwarte rand.

De logo’s worden op meerdere manieren verwerkt in illustraties en/of kleding. In deze stijl is een vorm van gore/ punk terug te vinden door middel van de, naar mijn mening, losse en quasi chaotische stijl.

Reflectie: ik ben de letters gaan zien als illustratie, wat goed werkte, toch wilde ik graag ook een rode draad behouden door de letters op elkaar te laten lijken, maar niet exact hetzelfde te laten zijn: de ‘L’ komt twee keer voor, maar is twee keer anders getekend. Dit behoud ik in mijn stijl.

Om verder te komen met een eigen stijl wilde ik proberen om de punk stijl in gezichten te verwerken zoals hieronder te zien.

In verdere experimenten en illustraties heb ik deze stijl doorgevoerd. Ik ben erg tevreden met het resultaat. Het gezicht voelt mysterieus en anders aan en het is erg uniek vertelden mensen uit mijn omgeving. Ik heb dus besloten met deze stijl van gezichten door te gaan.

Hierna ben ik verder gegaan met het toevoegen van schrijven en schetsen.Dit heeft geleid tot de volgende vijf experimentele schetsen. Hieruit zijn een paar dingen gebleken: het kleurgebruik neigde erg snel naar Parra met blauw en rood; ik merkte dat het werk pas écht mooi werd met zwarte lijnen.

                  1                                           2                                         3                                        4

                       

5

Gedichten bij de illustraties:

  1. Waar het schrijnende overspel de burger verloren laat.
  2. De storm woedt op 10 vierkante meter. Het licht brandt zodat het ijs smelt. Lijm tussen uwe lippen waardoor de situatie nooit verbeterd.
  3. De stalen stad slokt de inhoud van de geplaagde maag op.
  4. De uitgedroogde vallei wakkert het vuur van de ongestoorde troubadour aan.
  5. Individualisme ketent de man aan zijn eigen hebben en houden.

Met één van deze illustraties ben ik illustrator ingedoken om te experimenteren hoe dat is, en met verschillende kleuren. Hieronder het resultaat.

 

Ik ben van donkere kleuren snel verder gegaan met lichtere kleuren. Dit is ook het moment dat ik gore-elementen ben gaan minderen. Deze elementen werden als “smerig”, “luguber” of “vies” bevonden. Ikzelf werd er ook minder blij van als ik aanvankelijk dacht. Ik hou wel een lichte tint, zoals de bergen die een extra laag hebben op de top zoals bij het voorblad.

Ik heb ook oude gedichten gepakt en ben aan de slag gegaan die te illustreren.

Dit experiment leerde mij dat oude verhalen mij voor mijzelf nietszeggende illustraties opleverde. Ik voelde er geen verhaal bij… Jelke gaf aan dat te snappen, de verhalen waren voor mij al afgesloten. Hierop heb ik besloten te blijven bij gedichten/ verhalen die op dit moment nog betekenis voor mij hebben.

Wat bijzonder is: is dat de eerste twee illustraties erg in de smaak vielen bij de mensen uit mijn omgeving/ doelgroep. Dit zette mij tot nadenken en heb de eerste uitgewerkt via illustrator. Deze illustratie verkreeg bij mij (esthetisch vooral denk ik) steeds meer waarde en is één van mijn favoriete illustraties geworden. Dit leert mij het volgende: ik zie er wellicht geen verhaal in, maar anderen wel. De invalshoek van andere mensen geeft mij een nieuwe bril om door te kijken en niet zomaar illustraties weg te gooien. Hoewel ik meer neig naar nieuwe verhalen, als ik die niet heb op een moment kan ik altijd proberen terug te grijpen op oude verhalen/ gedichten om daar alsnog inspiratie uit te halen. Een ander vindt het wellicht wel mooi.

Ik ben daarna buiten mijn dummy gaan werken, ik wilde gaan schilderen omdat Kapitaal geen plek had tot een week later. Ik heb de eerste illustratie hieronder geschilderd. De tweede niet, ik wilde ook zonder schetsen proberen te schilderen als experiment.

Hieronder vindt men de schilderijen die ik heb gemaakt:

Dit experiment leerde mij omgaan met fysieke kleuren in plaats van digitaal in illustrator of stiften in een dummy. Ik merkte snel dat ik toch donkerdere kleuren gebruikte dan ik wilde. Feedback van mensen uit mijn omgeving was dan ook hetzelfde: “erg duister” “te donker” “waarom geen vrolijke felle kleuren?”.

Kleuronderzoek

Ik was op zoek naar mijn eigen kleurenpallet. Dit wil ik voornamelijk doen om een eigen identiteit als illustrator op te zetten en zodat mijn werk direct herkenbaar is. Hiervoor ben ik op pad en hierbij heb ik foto’s gemaakt:

Uit het kleurenonderzoek haal ik uit dat ik graag met felle vrolijke kleuren wil werken. Hiermee wil ik ook erg graag experimenteren met zeefdrukken/ schilderen of andere vormen buiten mijn dummy. De eerste twee afbeeldingen spraken mij het meest aan, dit it bijvoorbeeld terug te vinden in de kleuren van mijn logo.

Eerste keer zeefdrukken

Op woensdag 26 mei ben ik naar kapitaal gegaan en begonnen met zeefdrukken. Ik ben begonnen met mijn illustratie te verwerken naar 1 kleur met rasters om toch de verschillende vlakken uit te lichten. Vervolgens heb ik eerst op papier en op twee shirts gezeefdrukt. Hieronder vindt men het resultaat.

 

Zeefdrukken, materialen en verschillende soorten inkt, ramen etc. opende een hele nieuwe wereld voor mij als ontwerper. Helaas heb ik hier maar één kleur gebruikt. Voor de expo en volgende ontwerpen ga ik meer kleur gebruiken.

Expo

Bij de expositie presenteer ik een eigen ontworpen (skate)kledinglijn door middel van één outfit.

CONCLUSIE

Piet Parra en Iwan Smit zijn mijn favoriete illustratoren. Zij laten zich inspireren uit hun jeugd en gebruiken felle kleuren en zwarte lijnen. Ik ben gaan kijken naar mijn eigen jeugd en kwam erachter dat ik veel met verhalen en gedichten heb. Ik ben gedichten gaan schrijven en daar illustraties op gaan baseren. Ik had mijn inspiratiebron gevonden. In de zoektocht naar mijn eigen stijl ben ik gedoken in de kleding van skateboarders van vroeger en nu en heb ik zines doorgespit met skateboardkunst daarin. De punk stijl daarvan is blijven hangen en vormde de eerste stap richting mijn eigen stijl. Ik ontwierp een eigen soort chaotisch gezicht met krassen en lijnen, wat nu vaak de hoofdrol speelt in mijn illustraties. Ik ben klaar om mijn werk aan de wereld te laten zien. Met de merknaam Do Tell ga ik verhalen vertellen over wat ik meemaak of mijn omgeving doormiddel van illustraties op kleding. Ik heb geleerd te zeefdrukken en met welke kleuren ik ga werken.

REFLECTIE

Dit was by far het mooiste project wat ik ooit heb gedaan. Ik ben nog lang niet een goede ontwerper, maar ik heb een eigen stijl gevonden en put elke dag inspiratie uit verhalen die ík meemaak of mijn omgeving. Ik kan niet meer door de straten lopen en geen illustraties om mij heen zien. De afgelopen weken heb ik in kaart gebracht wat er was, hoe mijn creatieve jeugd eruitzag en geleerd hoe de toekomst eruit kan zien. Ik merk dat ik anders naar mezelf ben gaan kijken, ik zag mijzelf als typische cmd’r die lekker creatief bezig wilde zijn. Dat ben ik nog steeds, maar met een toevoeging: ik heb een uitlaatklep gevonden die er al was, schrijven, en heb die omgezet naar een nog betere uitlaatklep: schrijven en dat illustreren. Ik kan nu mijn stem laten horen op een manier waar ik van droomde en heb mijn passie omgezet in het project van mijn leven. Ik was altijd van mening dat ik niet kon tekenen, maar kan nu met trots zeggen dat iedereen in mijn omgeving nu vind dat ik dat wél kan. Ik ben voor mijn gevoel écht een ander mens geworden, een ontwerper met een eigen identiteit die krachtig zijn verhalen kan vertellen. Ook de afbeelding op het voorblad heeft een andere betekenis voor mij gekregen, het was een oud gedicht, maar heeft nu een nieuwe wending: ik gooide mijzelf in het diepe en wist niet waar ik uit zou komen. Nu weet ik dat wel.

Literatuurlijst

  1. Blumlein, J. (2018). Skateboarding Is Not a Fashion: The Illustrated History of Skateboard Apparel. Gingko Press.
  2. Blümlein, J. (2019). Skateboard Museum zine collection. Gingko Press.
  3. CMD METHODS. (z.d.). CMD Methods Pack – find a combination of research methods that suit your needs, van https://cmdmethohds.nl/
  4. https://www.dezeen.com/tag/fashion-exhibitions/

Video’s en docu’s

1. 2doc. (2011, 11 juli). Wonderkind Piet Parra. 2Doc.nl. https://www.2doc.nl/documentaires/series/radio-doc/lange-documentaires/2011/wonderkind-piet-parra1.htmlBogue Rotterdam. (2012, 20 november).

2. In The Picture: Iwan Smit. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=uWb9oULx3sUInfoSpotlighttv. (2012, 12 februari).

3. stussy – parra. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=tWjrg-sHzgENothing Major. (2013, 29 maart).

4. Nothing Major Pro.files: Parra. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=_smuZOVlVtgSan Francisco Museum of Modern Art. (2012, 16 juli).

5. Parra on getting “weirded out”. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=3F8vCYrfM4E

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *