Zien zonder zicht #2

Blind kleien

Na het zien van een documentaire over George Kabel – een blinde kunstenaar – werd ik geïnspireerd om ook blind te gaan creëren. Ik kocht een stuk klei en ging hier geblinddoekt mee vormgeven. Ik wilde geen bestaand object gaan kleien, maar juist iets wat voor mij fijn en interessant aanvoelde met mijn handen. Ik maakte het kunstwerk in mijn hand, drukte hier met mijn vingers kleine deukjes in zodat ik hier met mijn vingers over heen kon voelen, draaide de rand en rolde een stuk klei voor de onderkant.

Toen ik mijn blinddoek afdeed, zag deze er heel anders uit dan ik had verwacht – maar dat vond ik juist zo fascinerend. In mijn hoofd was het een heel mooi kunstwerk, omdat deze zo fijn aanvoelde, maar toen ik mijn blinddoek afdeed vond ik hem een stuk minder mooi. Hierdoor kwam ik dus tot de ontdekking dat je voorwerpen ook op een andere manier mooi kunt vinden, in plaats van alleen maar mooi qua zicht.

Wat ik hier zo leuk aan vond is dat iedereen er iets anders in zag. De een vond het lijken op een zonnebloem, de ander op een schild. Iedereen had er dus een heel ander beeld van.

 

Blind schilderen

Vervolgens begon ik met een nieuw experiment; blind schilderen. Ik wilde me inleven in een blind persoon en kijken wat voor invloed dat zou hebben op een schilderij. Ik pakte mijn dummy en verf, en deed vervolgens een blinddoek om. Ik wilde ook hier geen bestaand object schilderen, maar puur op gevoel iets creëren. Ik liet mijn kwast over het papier glijden en maakte verschillende bewegingen en patronen.

Daarna heb ik geprobeerd om een bestaand object te schilderen: een bloem. Dit is natuurlijk vrij simpel en herkenbaar om te maken, waardoor het redelijk makkelijk was om deze te schilderen.

Ook heb ik geëxperimenteerd met muziek. Ik heb stiften gepakt en met mijn blinddoek om muziek opgezet; een vrolijke en een verdrietige playlist. Ik liet me meevoeren met de muziek. Je ziet verschil tussen de twee tekeningen, degene met vrolijke muziek (links) is een stuk drukker en voller dan degene met verdrietige muziek (rechts). Muziek kan dus wel degelijk invloed hebben op je kunstwerk.

Als tip kreeg ik om elke dag blind te gaan schilderen, en kijken of je er “beter” in kan worden. Ik besloot daarom om een week lang elke dag een kat te gaan schilderen en mijn observaties ervan bij te houden. Ik merkte al gauw dat het een stuk lastiger was dan de eerdere experimenten omdat het nu om een bestaand object ging. Je moest dus goed onthouden welke vorm je waar hebt gemaakt.

Al gauw merkte ik een aantal dingen op. Zo kan je met je kwast of vingers voelen waar de verf nat is, zodat je een beetje weet waar je hebt geschilderd. Ook kan je aan het geluid van je kwast op papier horen wanneer je verf op is en dus nieuwe verf moet pakken. Toetsend schilderen gaf mij meer controle over het schilderij, omdat ik zo wat preciezer te werk kon gaan. En ik merkte ook dat ik het een stuk makkelijker vond om met een kwast te werken dan met een fineliner. Met de kwast had je veel meer gevoel dan met de pen, waardoor ik dus ook vaak met de fineliner totaal verkeerd had gewerkt.

Wat ik ook merkte is dat ik tegen het einde van dit experiment een eigen techniek had bedacht, voor het blind schilderen. Zo gebruikte ik mijn vingers om dingen “op te meten” en dus een beetje in proportie te schilderen en tastte ik alles af om te voelen waar ik al had geschilderd. Je zag dus zeker vooruitgang als je de schilderijen van het begin en het eind van het experiment naast elkaar legde.

 

Stoffen

Naast schilderen wilde ik ook graag iets met stof doen. Ik knipte een oud shirt in stukken en ging hier met een blinddoek om weer mee aan de slag. Ik maakte verschillende vormen die voor mij – geblinddoekt –  erg interessant aanvoelde. Zo heb ik stukken stof geknoopt, gedraaid en geplooid.

A day in the life

Om me nog iets beter in te kunnen leven in een blind persoon, besloot ik om A day in the life te gaan doen. Ik heb 2 uur lang met een blinddoek mijn dagelijkse handelingen uitgevoerd. Zo heb ik ontbeten, gedoucht, mezelf aangekleed en mijn spullen gepakt om naar buiten te gaan.

Mijn observaties:

  • Ik moest goed onthouden vanuit mijn herinneringen waar alles lag.
  • Het eerste zintuig wat het overnam van mijn ogen, waren mijn handen. Ik ging alles voelen en aftasten, zodat ik nergens tegen aan liep.
  • Ik kon mijn telefoon niet meer gebruiken omdat ik geen idee had waar ik op drukte. Ook kon ik daarom niet weten hoe laat het was.
  • Het brood was makkelijk te vinden, maar het was nog best lastig om zonder zicht het juiste beleg te pakken. Ik tastte alles af en rook zodat ik uiteindelijk herkende welke pot ik moest hebben.
  • Kleren pakken ging ook op gevoel. Ik voelde mijn kledingstukken en wist zo welke trui ik aan wilde doen.
  • Ook tijdens het douchen tastte ik de shampoo flessen af om de juiste te vinden. Afdrogen was wat lastiger omdat ik niet kon zien waar ik nog niet droog was. Dit moest ik dus ook gaan voelen.
  • Het lastigste was om mijn spullen te pakken om weg te gaan. Ik wist niet goed waar ik alles had neergelegd waardoor ik best wel lang moest zoeken.

Het zintuig wat dus vooral mijn zicht overnam, was voelen. Ik voelde bijna alles wat ik deed, waar ik liep en wat ik zocht. Wel moest ik goed nadenken waar ik alles had neergelegd, zodat ik het makkelijker kon vinden. Het is dus allemaal zonder zicht wel te doen, maar kost wel wat meer tijd en moeite.

 

Wat ga ik nog meer doen?

Ik ga op zoek naar meer producten en kunstwerken van blinde personen, ik wil graag gaan co-creëren met een blind persoon en ik ga verder met het schilder experiment. Ik kreeg als feedback op het experiment met de kat dat ik ook wat abstracter te werk kan gaan, dus niet persé een kat schilderen die het beste lijkt maar die een bepaalde uitstraling heeft. Hier ga ik dus ook mee aan de slag.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *